De anticonceptiepleister: uitleg over deze hormoonpleister

Een minder bekend voorbehoedsmiddel is de anticonceptiepleister, ook wel hormoonpleister genoemd. Zoals de naam al verklapt is het een pleister met hormonen die je beschermt tegen een ongewenste zwangerschap. De anticonceptiepleister werkt ongeveer hetzelfde als de anticonceptiepil , alleen komen de hormonen met de pleister via je huid in je bloed. Welke soort anticonceptie het best bij je past, hangt af van wat je belangrijk vindt.

Spring snel naar:

vrouw doet een hormoonpleister op haar arm

Wat is de anticonceptiepleister?

De anticonceptiepleister, ook wel hormoonpleister genoemd, is een beige of doorzichtige pleister die twee hormonen bevat. Dit zijn dezelfde hormonen als die van de anticonceptiepil: oestrogeen en progestageen. Via je huid komen deze twee hormonen in je bloed. Net als bij de pil heb je telkens drie weken waarin je de hormonen tot je neemt en één stopweek. Een anticonceptiepleister kan één week blijven zitten. Je plakt dus drie weken achter elkaar elke week een nieuwe pleister op je huid. De vierde week plak je geen pleister. In die week krijg je je menstruatie. Vervolgens begint de cyclus opnieuw.

Je plakt de hormoonpleister op een schone, onbehaarde en droge plek op je buik, bil, bovenkant van je romp of de buitenkant van je bovenarm. Een nieuwe pleister plak je op een ander stukje huid, en dus niet op dezelfde plek als de vorige pleister.

Hoe werkt de anticonceptiepleister?

De anticonceptiepleister werkt op dezelfde manier als de anticonceptiepil. Door het hormoon progestageen word je niet zwanger. Dit hormoon zorgt er namelijk voor dat je geen eisprong hebt en het slijm in je baarmoedermond dikker wordt. Hierdoor kan het zaad van de man daar minder goed doorheen komen en kan een eventueel bevrucht eitje zich niet vastmaken in je baarmoeder. Door het hormoon oestrogeen word je regelmatig ongesteld.

Hoe betrouwbaar is de anticonceptiepleister?

Als je elke week op tijd een nieuwe pleister opplakt, is de anticonceptiepleister erg betrouwbaar. Dit betekent dat de kans dat je toch zwanger wordt bij gebruik van de anticonceptiepleister heel klein is: van de duizend vrouwen die de hormoonpleister gebruiken, worden per jaar tussen de drie en zeventig vrouwen toch zwanger. Dit komt omdat vrouwen de hormoonpleister niet altijd goed gebruiken, bijvoorbeeld omdat ze vergeten op tijd een nieuwe pleister op te plakken. Ook kan de pleister soms loslaten van je huid, zonder dat je dat in de gaten hebt. Als je dit pas na 24 uur ontdekt, ben je niet meer beschermd tegen een zwangerschap. Check dan in de bijsluiter wat je moet doen. Belangrijk om te weten: de anticonceptiepleister beschermt je niet tegen soa’s.

Voor wie is de anticonceptiepleister geschikt? 

De anticonceptiepleister is niet voor iedereen geschikt. Dit heeft bijvoorbeeld met je leeftijd en je gewicht te maken. De anticonceptiepleister is niet geschikt als:

  • Je jonger bent dan achttien jaar;
  • je zwaarder bent dan negentig kilo;
  • je rookt én 35 jaar of ouder bent;
  • trombose of een longembolie hebt gehad;
  • migraine met aura hebt (je ziet dan een vlek in beeld) én rookt;
  • diabetes hebt met hoge bloedsuikers of gezondheidsproblemen;
  • een hartinfarct of beroerte hebt gehad.

Dit komt omdat je bij gebruik van de anticonceptiepleister een verhoogde kans hebt op een aantal ziekten. Mogelijke risico’s van de anticonceptiepleister zijn:
 

  • Verhoogde kans op trombose;
  • meer kans op beroerte (als je migraine met aura hebt);
  • licht verhoogde kans op borstkanker, met name als je boven de 35 jaar bent;
  • iets verhoogd risico op hart en vaatziekten. Dit risico wordt groter als je rookt én ouder bent dan 35 jaar.

Bijwerkingen van de anticonceptiepleister

De anticonceptiepleister heeft, net als veel medicatie, een aantal bijwerkingen. Gelukkig heeft niet iedereen daar last van. Als je wel bijwerkingen hebt, verdwijnen deze meestal na de eerste maanden. Mogelijke bijwerkingen van de anticonceptiepleister zijn:

  • Somberheid;
  • gespannen borsten;
  • minder zin in seks;
  • hoofdpijn;
  • een beetje bloedverlies op dagen dat je niet menstrueert;
  • roodheid van de huid waar je de pleister plakt (deze bijwerking geldt niet bij de anticonceptiepil).

Daarnaast heb je bij gebruik van de hormoonpleister vaak minder bloedverlies als je ongesteld wordt.

De voor- en nadelen van de anticonceptiepleister

De anticonceptiepleister heeft, net als alle voorbehoedsmiddelen, een aantal voor- en nadelen. We sommen ze even voor je op.

De voordelen van de anticonceptiepleister:

  • Je weet wanneer je ongesteld wordt;
  • je hoeft maar één keer per week aan anticonceptie te denken;
  • je kunt zelf bepalen wanneer je ongesteld wordt, door de stopweek over te slaan;
  • in tegenstelling tot de anticonceptiepil, blijft de pleister betrouwbaar als je diarree hebt of moet overgeven.

De nadelen van de anticonceptiepleister:

  • Afhankelijk van waar je de pleister plakt, kun je deze zien zitten;
  • je kunt vergeten om een nieuwe pleister op te plakken;
  • je bent niet beschermd tegen een soa.

Wil je een afspraak maken met je huisarts? Bekijk onze dichtstbijzijnde locatie.